fbpx

De specialty onderwaterbiologie: als je van het onderwaterleven én spelletjes houdt

De specialty onderwaterbiologie: als je van het onderwaterleven én spelletjes houdt

Na het succes van de vorige specialty onderwaterbiologie is er ook dit jaar weer een lichting nieuwe amateur onderwaterbiologen opgeleid. Judith Vleer geeft aan de hand van bekende spelletjes een inkijkje in wat deze specialty inhoudt.

‘Wie is het?’

Binnen de vereniging worden er de nodige duiken gemaakt en vele leden zijn al jaren lid. En toch.. Als je dan vraagt wat er onderwater is gespot, vervallen we verrassend vaak in algemeenheden: kreeften, krabben, kwallen en een wat grotere vis.
Maar wat voor vis was dat dan? “Nou ehm… eentje van ongeveer 15 centimeter, beetje zwart-bruin, met twee rugvinnen….” Maar wat het nou precies was? Je zou er zomaar een spelletje ‘wie is het?’ van kunnen maken: de wat beter ingevoerde amateurbiologen onder ons stellen net zoveel vragen totdat er eigenlijk nog maar één optie over blijft. Vaak wordt het diertje dan nog even opgezocht via Google Images: “Kijk. Een zwarte grondel. Die bedoelde je toch?” Ja, die bedoelde ik dus….
Weinig verrassend dus, dat toen gevraagd werd wie geïnteresseerd was in de specialty onderwaterbiologie, zich best een grote groep aanmeldde. Ja, dat het een vis is weten we allemaal wel. Blijkbaar willen we óók allemaal weten wat voor soort vis het dan precies is en het spelletje ‘wie is het?’ kunnen winnen.

 

‘Ik weet er alles van’

Voor het verzorgen van deze specialty onderwaterbiologie, bestaande uit 3 theorieavonden en één praktijkdag, zetten wij onze WildCard in: Ton Klerks. Als hij mee zou doen aan ‘ik weet er alles van’, zou hij vast voor het onderwerp onderwaterbiologie kiezen…
Altijd al geïnteresseerd in het (onderwater)leven en hoe dat eigenlijk allemaal werkt en heet (inclusief Latijnse namen), kun je hem eigenlijk geen ‘amateurbioloog’ meer noemen. Daarnaast is hij ook nog eens fervent onderwaterfotograaf. Dus alles wat hij vertelt, kan hij ook nog eens illustreren met de meest geweldige (soms zelfs prijswinnende) foto’s.

‘Trivial Pursuit’ en ‘kwartet’

Het blijft een vereniging, dus de theorieavonden beginnen met een sociaal aspect: samen koffie drinken en bijkletsen onder het genot van de door Marjolein nog die middag vers gebakken cake. Al snel blijkt het dan tijd om met de les te beginnen en verhuizen we naar boven, naar de grote ruimte boven Ton’s werkplaats. Daar is een gezellig opstelling met (soms iets té) comfortabele banken gecreëerd. Het middelpunt van de aandacht is het grote scherm waar Ton de presentatie heeft klaargezet. Aan de hand daarvan zal hij ons tijdens de eerste twee theorieavonden meenemen in de wondere wereld van het onderwaterleven.

Maar dan blijkt dat we helemaal niet meteen het diepe in duiken en meteen over het onderwaterleven gaan leren…..
Nee, we moeten eerst terug naar de basis. Het wordt bijna een spelletje Trivial Pursuit (of Triviant), zoveel categorieën komen er aan bod. Wat is bijvoorbeeld een ecosysteem en wat een biotoop? We leren de verschillen tussen abiotische factoren en biotische factoren; Wat is het verschil tussen planten en wieren? En is het eigenlijk wel een plant of wier en niet ‘stiekem’ toch een dier? En in hoeveel verschillende klassen/soorten kun je dieren dan eigenlijk indelen? Aan de hand van een uitgebreide presentatie met veel mooie foto’s navigeert Ton ons door deze eigenlijk best pittige kost. Want al snel blijkt dat we met zijn allen misschien nóg iets minder wisten over (onderwater)biologie dan we van te voren dachten. Maar goed, dat is natuurlijk ook precies waarvoor we met zijn allen gekomen zijn: om te leren!
Gelukkig is er tussendoor tijd voor een pauze met een lekker hapje en drankje én mogen we ook oefenen. Aan de hand van foto’s proberen dieren in de juiste klasse indelen of met behulp van een determinatietabel proberen te achterhalen wélke krab je dan precies gezien hebt. Dat blijkt nog niet zo heel gemakkelijk te zijn, maar wel heel leuk en leerzaam. Het is bijna net als een potje kwartetten: “Mag ik van jou, van de categorie neteldieren, de oorkwal en van de categorie krabben, de penseelkrab”?

 

 

‘Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet’

Leuk natuurlijk, onderwaterleven indelen en herkennen aan de hand van foto’s, maar het is natuurlijk wel de bedoeling dat we dit straks onderwater toe kunnen passen. Daarom staat er op zaterdag 13 mei een praktijkdag gepland bij Dreischor. De weergoden hebben besloten mee te werken en het blijkt een stralende dag te worden.
Nadat iedereen zich bij de campers van Ton & Marjolein en Saar & Léon heeft gemeld én voorzien is van een lekkere bak koffie met wat lekkers, informeert Ton ons over de planning van vandaag: 2 duiken bij Dreischor en een bezoekje aan de getijdenbakken bij Ouwerkerk.
Voor de eerste duik krijgen de buddyparen de opdracht om tijdens de duik goed om zich heen te kijken. Tijdens het oppervlakte interval tussen de twee duiken in, moeten ze dan proberen om alles wat ze gezien hebben te noteren én te classificeren. Dat blijkt nog niet mee te vallen en er ontstaat een hoop hilariteit én een run op de meegebrachte biologieboeken. Toch nog maar even checken hoe het gespotte diertje ook weer precies heet en of het nou een weekdier of toch weer een neteldier is… Echt alles wat onderwater aangetroffen wordt, wordt vermeld op de lijsten. Zélfs de eenzame loodpocket die Léon en zijn buddy mee terug naar de oppervlakte brengen.

Na het invullen van de lijsten en een lunchpauze is het dan tijd voor de tweede duik. Tijdens deze duik worden de (gewijzigde) buddyparen ingedeeld om op een bepaalde diepte te duiken en daar goed rond te kijken. We spelen ‘ik zie, ik zie, wat jij niet ziet’. Na de duik noteren de buddyparen wat zij tijdens hun duik gezien hebben. Ton bundelt deze informatie en laat ons tijdens de laatste theorieavond zien wat de verschillen in onderwaterleven zijn op de verschillende dieptes.

 

‘Raad het plaatje’

Nadat iedereen weer omgekleed is, vertrekken we naar het Watersnoodmuseum in Ouwerkerk. Daar, langs de Oosterschelde, staan namelijk de getijdebakken. Dit zijn kunstmatige getijdenpoelen; betonnen bakken die bij vloed volledig onder water staan en bij eb weer tevoorschijn te komen. In deze bakken treffen we allerlei kleine diertjes aan die Ton uit de bak vist en even overzet in zijn draagbare aquarium. Zo kunnen we ze beter bekijken. Onze determinatievaardigheden worden meteen op de proef gesteld want we hebben een slakje gevonden. Maar, welk slakje is het nu precies? De slakkenkaart en Google worden enthousiast geraadpleegd. Er ontstaat een verhitte discussie over wat voor soort slakje het nu precies is. Een aantal duikers is ervan overtuigd dat ze het weten. Maar Ton schudt glimlachend zijn hoofd. Nee jongens, het is toch écht een ruwe wratslak
Discussie geslecht, vertrekken we naar Even Pause om samen de dag af te sluiten met een lekkere maaltijd.

 

‘Ik ga onderwater en ik neem mee….’

Meteen de dinsdag erna staat de laatste theorieavond van de specialty onderwaterbiologie op het programma. De avond waar sommigen van ons zich misschien nog wel het meest zenuwachtig over gemaakt hebben. Nadat Ton de resultaten van het spelletje ‘ik zie, ik zie, wat jij niet ziet’ van duik nummer 2 met ons heeft gedeeld, moeten we een spreekbeurt geven over ons favoriete zeedier. Nou ja, ‘favoriete’ is een groot woord.. Zo komen onder andere de sepia, de zeekomkommer en de oorkwal voorbij…
Door de spreekbeurten leren we toch weer interessante en soms onverwachte dingen over dieren die we regelmatig tegen (hopen te) komen tijdens onze duiken.
Aan het eind van de avond spelen we het laatste spelletje van de cursus: ‘ik ga onderwater en ik neem mee…’ mijn brevet/certificaat voor de specialty onderwaterbiologie!

Dank aan Ton en Marjolein bedankt voor de verzorging van en tijdens de cursus! Het was zeer geslaagd en we gaan met zijn allen vaker het spelletje ‘wie is het?’ winnen. Als het überhaupt nog nodig is om het te spelen…

 

Duiken in Nederland in wintertijd

Snotolf

Ton, de bioloog van de vereniging, neemt je mee op verschillende duiken in Nederland in winterijd. Het is koud, maar het onderwaterleven is ook in deze tijd prachtig. Je komt dieren tegen die je in andere seizoenen niet ziet. Laat je inspireren tot een frisse duik, en net als Rob, misschien zelfs in natpak!

In december en januari werden er meldingen gemaakt dat er weer nestjes van zeedonderpadden gezien waren bij Dreischor, het Frans Kokrif. Aangezien ik het jaar ervoor te laat was bedacht ik mij geen moment. Even bellen met Eduard, een kennis van de Olympus Pen-groep, leverde mij een buddy op die precies wist waar te zoeken. Ook maakte ik voor in de middag nog een afspraak met Rob voor een ondiep duikje bij Den Osse.

Zo stond ik op 4 januari bij Dreischor en maakte daar weliswaar in mijn droogpak, mijn eerste verfrissende duik van het jaar. Samen met Eduard zwom ik naar het schitterende mooie nest van de zeedonderpad met rode eitjes. Vervolgens keken we direct ook nog even bij 2 nestjes met geelgroene eitjes van de groene zeedonderpad. Een nestje daarvan was duidelijk al wat ouder want de jonge zeedonderpadjes keken mij al aan. Echt schitterend om te zien. En alsof we nog niet genoeg gezien hadden kwamen we ook nog een bonte mantel tegen (zeg maar een soort van Shell-schelp).

In natpak!

Na ruim een uur weer het water uit om wat op te warmen, de tank te vullen en naar Den Osse te rijden. Daar trof ik Rob aan en na even het duikplan te hebben besproken kleden we ons snel om. Wat een bikkel die Rob gewoon in zijn wetsuit. Bij navraag bij een Belgisch buddypaar werd duidelijk dat er op de eerste rifbol een knuppelslak te vinden was dus werd het duikplan iets aangepast. We gaan te water en al snel vinden we de eerste zeedahlia. Een roze en direct daarna de tweede, de bekende rode.

Vervolgens zetten we, met behoorlijk slecht zicht, koers richting de rifbollen. Als we op 10 meter zijn beland is het wel duidelijk dat we de rifbollen gemist hebben en zwemmen met een grote boog rechtsaf zodat we de rifbollen wel tegen moeten komen. Maar wat je niet voor mogelijk houdt gebeurd gewoon door het zeer slechte zicht missen we de rifbollen. Op 6 meter speur ik over de bodem het wier af en zie ineens 2 eisnoertjes. Ik besluit een foto vanaf de andere kant te maken en zie een witgezoomde knuppelslak zitten. Missie geslaagd. Na ruim 40 minuten verlaten we het water en warmen ons op in de camper voordat we voldaan naar huis terugrijden.

Zeedonderpad-papa’s bewaken het nest

Op 9 januari maak ik met enkele duikers weer een duikje bij Dreischor en zie dat de zeedonderpad-papa’s, allemaal goed voor de nesten zorgen.
Op 19 januari maak ik weer een afspraak met Eduard. We constateren dat het rode nest niet rood meer is maar bijna wit en dat de kleine zeedonderpadjes met hun kleine oogjes al de wijde wereld in kijken. Nog enkele dagen en ze zullen uitbreken en de wijde wereld intrekken, helaas worden er slechts enkele volwassen. Als ik mijn positie heb ingenomen om een foto te maken, wordt papa actief en maakt het nest voor de zoveelste keer schoon. En aangezien een zeedonderpad geen zwemblaas heeft, zet hij al zijn vinnen aan het werk om te zwemmen. Wat ik toen zag is echt schitterend, het paringskleed van de zeedonderpad.

Zeldzame bonte mantel

We zwemmen nog even langs inmiddels vier gevonden nestjes van de groene zeedonderpadden met daarin ook weer vele oogjes. Op de ene paal van het steiger zit een nestje en op de ander paal vind ik poliepen van de oorkwal. Deze had Eduard nog nooit gezien dus hij is ook weer wat wijzer geworden. In komende duiken zal ik de poliepen zeker weer opzoeken om de ontwikkeling ervan gade te slaan.

Ook bekijken we de bonte mantels en vinden er wel 4 deze keer. Deze zijn heel moeilijk geopend te fotograferen want beweging, stroming of licht zorgen voor een direct samenknijpen van de schelpen. In een ooghoek zie ik een bonte mantel openstaan die niet gevoelig blijkt voor dit alles en, sterker nog, hij gaat steeds verder openstaan. Aan de rand van de schelp zie ik een hele rij bolletjes die op oogjes lijken en in de ontstane opening zie ik zelfs de kieuwen zitten. Heel bijzonder weer. Jammer dat de temperatuur van het water slechts 5 graden is en je er koude handen aan over houdt. Dus na een uur maar weer naar de camper om op te warmen met koffie en koeken. Tijdens de koffie schuift een andere kennis, Bert, aan die veel duikt en veel tegenkomt dus even de banden aangehaald.

Sint- Annaland

25 januari spreek ik met Rob af om een duik te maken bij Sint Annaland. De reden is dat Bert er enkele dagen eerder een snotolf met nest had gezien en gefilmd. Van hem de exacte locatie gekregen dus dat moest lukken zou je zeggen. Het water was slechts 4 graden en Rob gaf aan bij 20 minuten richting kant te willen gaan. Nadat we te water zijn gegaan speuren we de begroeiing af maar doordat er toch nog wel wat stroming is dwalen we klaarblijkelijk wat af, want als we weer richting kant gaan hebben we nog niets gevonden behalve veel sponzen. We kijken even boven water waar we ons precies bevinden, zitten iets teveel westelijk van de aangewezen plek. We zwemmen even terug en spreken af nog een keer heen en weer te zwemmen.

Enorme snotolf

We gaan nog een keer op ons doel af en houden sterk het kompas in de gaten. Op het moment dat we goed en wel zijn omgekeerd om weer naar de kant terug te zwemmen ligt daar een enorme snotolf voor ons tussen de begroeiing. High five. Ik maak de nodige plaatjes en filmpjes maar niet te veel want het is slechts 4 graden en ik wil Rob niet als een bevroren duiker de duik over dragen. Wij hebben geen eitjes gevonden.

Nu blijkt dat een andere duikster ook foto’s had gemaakt van een snotolf die zij had gezien. Zij toonde een foto gelijk aan die van Peter waarop de snotolf met nest staat, maar een duidelijk andere snotolf dan degene die wij hebben gezien. Dus zeg maar nee, want er zitten er klaarblijkelijk twee. Misschien nog wel meer want de winter is het seizoen om deze schitterende vissen te spotten terwijl ze hun nesten bewaken. Nadat bikkel Rob weer op temperatuur is gebracht met warme koffie rijden we weer voldaan naar huis. Wederom terugkijkend op een schitterende winterduik en vooruitkijkend op de volgende. Wanneer gaan we weer??

Over gestippelde dieseltreinwormen en langlob-ribkwallen… – Specialty Onderwaterbiologie

Over gestippelde dieseltreinwormen en langlob-ribkwallen… – Specialty Onderwaterbiologie

“Hoe was je duik, nog wat gezien?” Niet zelden is het antwoord dan: ”Ja leuk, we hebben veel kreeften, wat noordzeekrabben en visjes gezien en was dat nou een schol?… Alleen als Ton Klerks aan de beurt is hoor je: ”We zagen eieren van de gestippelde dieseltreinworm, stenen vol vliescelmosdiertjes en moesten ons een weg banen door de Amerikaanse langlob-ribkwallen. En ook nog…” Maar kijk niet op als tijdens de volgende debriefing de duikers een lange lijst aan specifieke waarnemingen opsommen want er heeft onlangs een nieuwe lichting amateur onderwaterbiologen zijn brevet gehaald. Een terugblik!

Een aantal leden wilde toch graag wat meer weten over wat ze onderwater zoal tegenkomen. Want ook duikers die al langer duiken, zien nog wel eens onderwaterfauna voor flora aan. Die anemoon waar Nemo in zwemt, heeft wel een plantennaam maar is toch echt een dier en ook die op wier lijkende begroeiing blijken allemaal diertjes te zijn. Tijd dus voor een specialty onderwaterbiologie. Binnen onze gelederen hebben wij een zeer goed ingevoerde amateur-bioloog die ook nog eens veel beeldmateriaal heeft en er graag over verteld. Zijn naam werd al genoemd: Ton Klerks. Ton ging de uitdaging aan en stelde een gevarieerd programma van theorie- en praktijklessen samen om de leden op te leiden tot beginnende onderwaterbiologen. De cursus bestaat uit drie theorieavonden en een praktijkdag.

Classificeren

Na een gastvrije ontvangst met koffie, zelfgebakken cake en koeken beginnen de theorieavonden in de grote ruimte boven Ton’s werkplaats. We starten onder andere met uitleg over het classificeren van het dierenrijk, met name toegespitst op het onderwaterleven. Hieraan was meteen een oefening verbonden waarbij foto’s van verschillende dieren in de juiste klasse ingedeeld moesten worden. Dat lijkt vrij simpel, maar valt toch best tegen. Daarnaast gaat Ton uitgebreid in op de factoren die van invloed zijn op het wel of niet voorkomen van bepaalde soorten. Met deze kennis wordt het makkelijker om bepaalde soorten te vinden op basis van wat ze eten, waar ze voortplanten of op welke plaatsen ze zich graag vestigen.

En heb je dan iets gevonden dan is het wel fijn om te weten welke soort het dan precies is. Er blijken bijvoorbeeld wel heel erg veel verschillende soorten krabben te leven in het Nederlandse water. Een determinatieoefening is daarom onderdeel van het programma. De volgende duik heb je dus niet zomaar ‘een krab’ gezien, maar kun je determineren welke krab je precies hebt gezien. Is het de penseelkrab of het harige porseleinkrabbetje, of toch een jonge strandkrab?

De oefeningen en presentaties worden onderbroken door een korte borrelpauze waarna nog even verder gezwoegd wordt op het uit elkaar houden van de soorten. Het is verrassend dat niet alleen beginnende duikers, maar ook ervaren duikers nog veel opsteken en zich afvragen hoe ze hier allemaal overheen gezwommen zijn.

Praktijkdag

Zaterdag 28 augustus is het tijd om het geleerde in de praktijk te brengen. Onder regenachtige omstandigheden verzamelen we  op Den Osse voor de eerste duik. De buddyparen gaan te water met de opdracht om alles wat ze waarnemen op te schrijven en later te classificeren. De wind trekt behoorlijk aan dus de Grevelingen is veranderd in een golfslagbad van formaat. Helaas is hierdoor en door de enorme hoeveelheden Amerikaanse langlob-ribkwalletjes (ja daar zijn ze weer!) het zicht niet optimaal. Gelukkig valt er toch nog meer dan voldoende leven te noteren.

Na een uur staan de duikers weer op het droge en wordt er snel omgekleed om naar het volgende onderdeel op het programma te rijden. Inmiddels is de zon tevoorschijn gekomen. We lunchen snel op de parkeerplaats bij het watersnoodmuseum in Ouwerkerk om vervolgens naar de waterkant te gaan voor het stenenkeren. In de getijdenzone begint een zoektocht naar leven dat specifiek in dit deel van het water voorkomt. Geen steen blijft onberoerd tijdens de jacht op krabbetjes, anemonen en garnalen.

Getijdenpoelen

Een klein stukje verderop zijn een aantal kunstmatige getijdenpoelen gecreëerd waarin goed te zien is wat er allemaal in deze zone leeft. De betonnen bakken vormen een geschikt substraat voor anemonen. hydropoliepen, wier en tweekleppigen als oesters. Daartussen zwemt allerlei klein leven rond als dikkopjes, garnaaltjes, krabbetjes en vlokreeftjes. Ton vist een aantal van deze dieren uit de bak om ze in het draagbare aquarium beter te kunnen bekijken. Na de nodige uitleg wordt alles weer teruggezet. Ineens zien we een mini-anemoontje in de bak dat er eerder niet was. Ton vertelt dat sommige anemonen levendbarend zijn en dat deze uit de grotere paardeanemoon kan zijn gekomen. Tijdens het terugzetten heeft de grote paardeanemoon zich aan Tons hand vastgezet en als hij hem wil afschudden in het water perst de anemoon spontaan al zijn jongen uit. Piepkleine kopietjes van de ouder dwarrelen door het water. Bijzonder om van deze geboorte getuige te zijn!

We rijden terug naar Den Osse voor de tweede duik. Nu is de opdracht om in een specifieke zone op zoek te gaan naar de verschillende soorten die daar leven en te letten op de biotische en abiotische factoren. De zones zijn 10-15 meter, 5-6 meter, de reefballs en de wierzone. Door het slechte zicht en de flinke golfslag, vervalt de laatste optie en gaan er twee buddyparen naar een meter of 5-6. Er worden weer de nodige waarnemingen gedaan en enthousiast komt iedereen boven. De lijst voor de nabespreking op dinsdagavond groeit gestaag. Bij Even Pause sluiten we deze intensieve en gezellige dag af. Met een smakelijke maaltijd.

Favoriet zeedier

Alweer de laatste avond van de cursus. Iedereen heeft een presentatie voorbereid, maar eerst starten we met de nabeschouwing van de duiken en het stenenkeren op zaterdag. Het classificeren van alle waarnemingen tijdens de duiken gaat al een stuk vlotter dan op de eerste avond. Toch veel geleerd! Vervolgens presenteren de deelnemers hun favoriete zeedier. Van anemoonvisje, tot haringhaai en van spookkreeftje tot zeeschildpad, het komt allemaal voorbij. Zelfs de Japanse kruiswal die niet bepaald favoriet is door een pijnlijke ervaring, maar als exoot wel interessant is, siert het scherm. Mooi is hij wel! Over alle gepresenteerde dieren worden nieuwe wetenswaardigheden geleerd. Een leuke manier om je kennis te verruimen. 

De cursus wordt bekroond met een brevet en certificaat. Marjolein heeft als aandenken hele leuke stenen geschilderd. Iedereen kijkt enthousiast terug op zijn deelname. Ton, complimenten voor de uitgebreide en interessante lessen en Marjolein bedankt voor de goede verzorging. Het was super, volgend jaar weer. En de debriefings na de duik zullen in het vervolg een stuk langer worden!

Middelfart Denemarken

Middelfart Denemarken

Een verslag van een duikvakantie in Denemarken door Ton Klerks

Duiken in Denemarken, en meer specifiek Middelfart aan de Kleine Belt, is dat wat? Jazeker, verrassend kleurrijk onderwaterleven en helder (wel fris) water maken het een mooie bestemming voor een duikweekje, zeker in coronatijd. Geen vliegtuig nodig, over de weg kun je er in 8 uur zijn. Ton schreef een reisverslag van een weekje boven- en vooral onderwater rondom Middelfart.

Met de camper toeren we in juli 2017 in Zweden en Denemarken en als fervent duiker wil ik dan natuurlijk ook een duikje maken. Er is een duikcentrum in Kölding, en na een telefoontje heb ik een afspraak om met Alfred te duiken in de Lillebelt bij Middelfart. Hier word ik zo vrolijk van dat ik aan Alfred beloof om terug te komen, mét leden van de duikvereniging.

Door diverse omstandigheden duurt het echter tot september van dit jaar eer dit lukt. En bijna had het Coronavirus ook dit nog verhinderd. Maar gelukkig we mogen! En op 12 september 2020 rijden wij, Ton en Marjolein, met Marco en Nancy in twee campers naar Middelfart. Middelfart ligt aan de Lillebælt die stroomt tussen Jutland en het eiland Funen. 

Søbadet met Alfred

Direct de volgende dag ontmoeten we Alfred om met ons in de Lillebælt te duiken. In de Lillebælt moet je heel erg rekening houden met de stroming, deze schommelt tussen geen stroming en hele heftige stroming waarin je echt niet wilt duiken. Alfred legt ons tijdens de koffie de website uit waarop we heel nauwkeurig de stromingen kunnen zien, zodat we veilig kunnen duiken. Als de stroming bijna weg is gaan we op voor de eerste duik bij Søbadet, een duikstek vlak bij de oude Lillebæltbrug. Je gaat via een strandje te water en volgt de ketting die vanaf de steiger de diepte in gaat tot wel 30 meter. Op drie meter is er een wandje recht naar beneden tot ongeveer 10 meter. We volgen de wand naar rechts. De wand lijkt te zijn begroeid met wier maar als je beter kijkt zie je dat het mosdiertjes zijn. Hier tussenin staan zeeanjelieren en kruipen diverse wulken rond. En dan zien we twee franjekopvissen een soort die op mijn verlanglijstje staat om eens mooi op de foto te zetten. Om ons heen zwemmen lipvissen en op de bodem staan vele gele broodsponsen en elk vrij plekje is bedekt met hele kleine mosseltjes. Her en der staan grote kelpbladeren waarop ook kolonies met mosdiertjes zitten in diverse vormen, in een ronde vorm of lijkend op een sneeuwkristal. 

Lyngsodde: ingestort

Vullen van de duiktanks is hier niet zo eenvoudig als in Nederland. Fijn dat Alfred weet te regelen dat we bij ‘dykkerclub Aktiv’ vlak bij de nieuwe Lillebæltbrug kunnen vullen. Na zowel de flessen als onze maagjes te hebben gevuld gaan we op voor de tweede duik. Dit keer bij duikstek Lyngsodde bij de voormalige Ammoniakhaven. Hier is eigenlijk nooit stroming dus kunnen we ongehinderd duiken. Ook hier is een ketting aangebracht die we volgen tot een meter of 10 en dan gaan we linksaf waar een mooie begroeide wand moet zijn. Marco en ik komen niet tot aan de wand want wij zijn alweer lekker met onze fotocamera’s bezig. Marjolein en Nancy onder begeleiding van Alfred komen wel bij de wand die echter is ingestort! Ondanks dat zien we weer allerlei moois waaronder vele zeedonderpadden, heremietkreeften en zelfs twee gewone zeekreeften. Eenmaal boven drinken we nog wat en spreken met Alfred af dat hij donderdag weer naar ons toe komt om te duiken. Maandag houden we een rustdag en vullen onze tanks op de Hindsgavl camping. Dit is het enige vulstation in de directe omgeving en helaas alleen open van 8-9 uur en 16-18 uur. We luieren, fietsen, kijken hertjes en bezoeken het dorpje. 

Søbadet zonder Alfred maar met nudy!

Dinsdagochtend is de stroming weer bijna weg als we alle vier nogmaals een duikje maken bij Søbadet. We speuren weer langs de prachtig begroeide wand en genieten van wat we zien. Op driekwart van de duik zie ik een Franjekop en niet zomaar één maar een fraai volwassen exemplaar. Nou daar gaan we weer, camera’s in de aanslag en schieten maar. Als Nancy en Marjolein terugkomen van hun rondje kunnen ze hem ook nog even aanschouwen. Tegen het einde van de duik zwemt Marco ver vooruit want zijn lucht is bijna op, en ik er rustig achteraan. Bij de steigerpaal zie ik een oranjeroze vlekje, ‘dat is geen zeeanjelier’ denk ik direct ‘dat moet een naaktslak zijn’. Er schiet van alles door mijn hoofd want ik heb nog niet eerder een naaktslak gezien in Denemarken. Ik maak snel een foto maar wil er veel meer maken want er moet natuurlijk ook een hele mooie bij zitten. Daarna sta ik op, zie Marco al bijna op de kant staan en roep “Nudibranche” en laat mij weer onderwater zakken. Ik kijk direct naar waar ik de naaktslak heb gezien maar daar zit hij niet meer! Teleurgesteld zie ik de naaktslak nog net in de licht opkomende stroming wegdrijven. Ik graai de naaktslak uit de stroming en zet hem netjes in enkele wierplantjes zodat hij model kan zijn voor onze fotoshoot. Vele foto’s verder nemen we afscheid van deze ‘Brede ringsprietslak’ zoals ik hem later determineer. Eén met veel felle kleuren, feller dan die ik in Nederland heb gezien. Door de beperkte vulmogelijkheden zit een tweede duik er vandaag niet in. Ook Corona gooit roet in het eten, een gepland bezoek aan Odense kan niet doorgaan omdat Kopenhagen en Odense tot code-oranje gebied zijn verklaard. We blijven dus maar in onze eigen vakantie bubble.

Camping Galsklint: speuren door het zeegras

Op woensdag steken alleen Nancy en ik ons hoofd onder water bij camping Galsklint. We zijn blij verrast, niet alleen is het zicht erg goed maar we belanden direct in een zeegrasveld. Ik denk gelijk aan ‘adderzeenaalden’ en vooral aan ‘zeestekelbaarsjes’ (ook wel 15 doornige stekelbaars genoemd) die zich in zeegras schuilhouden. En enkele minuten later is het al raak en wijst Nancy mij de eerste zeestekelbaars aan. Je moet wel heel goed kijken want met zijn groene kleur (bruin kan ook) is hij nauwelijks te onderscheiden van het zeegras. We zien er vrij snel enkele achter elkaar. Helaas, voordat ik mijn camera in stelling kan brengen zijn we ze net zo snel weer kwijt als we ze gevonden hebben. We struinen de randen van het zeegras af en pluizen ook de stukken met kale zandbodem minuscuul uit, je weet immers nooit wat je tegenkomt.

Onderwaterzandstorm

Dan komt er ineens iets op ons af wat doet denken aan een zandstorm. Een rand van kelpbladeren en wierrestanten komt op ons afgerold meegevoerd door de stroming. We zwemmen er overheen en zien wederom een zeestekelbaars die ook zo weer uit ons zicht verdwijnt. We struinen verder en zien iets bewegen en dat blijkt een groenkleurige zeenaald. In eerste instantie denk ik aan een adderzeenaald, maar de kleurstelling klop niet. Aha een trompetterzeenaald! Ik neem diverse foto’s van dit mooie dier en als hij bij het zeegras aankomt en ik een keer met mijn ogen knipper ben ik hem ineens kwijt. Hij lijkt ook zo verdraaid veel op een zeegrasblad dat dat niet verwonderlijk is. We kammen met onze handen zelfs het zeegras uit maar vinden hem niet meer terug. Wel vinden we een mooie heremietkreeft en wat nog mooier is, een harnasmannetje! Zo die kan ook van mijn verlanglijstje. We volgen dit prehistorisch uitziende visje (heeft wat weg van een mini-steur) over de zandvlakte naast het zeegras en maken vele foto’s. Aan het eind van de duik spotten we nog een mooie schol. Een mooie afsluiting van deze duik die niet dieper ging dan slechts drie meter. ’s-Middags varen we in een gehuurd motorbootje over de Lillebælt. En wordt Marco alsnog nat van het opspattende boegwater.

Lyngsodde op herhaling

Het is inmiddels alweer donderdag en met Alfred gaan we opnieuw duiken bij de voormalige Ammoniakhaven. Wederom Lyngsodde, maar deze keer naar rechts waar het geheel anders is dan de ingestorte linkerkant. Nancy en Marjolein gaan voorop met Alfred, gevolgd door Marco en ik. Nou ja, gevolgd is een groot woord, want als Marco, beginnend onderwaterfotograaf, zijn hoofd onderwater steekt en begint te fotograferen is hij niet meer te stoppen en niet meer vooruit te branden. Ik herken iets van mijzelf😊 toen ik begon met onderwaterfotografie in 2012. Na de duik vertellen de dames over de mooi begroeide wand van de oude loswal en over een grote pijp met daarin een zeedahlia. Dat wekt onze fotografen interesse maar ‘hoe krijg ik Marco zover en binnen de duiktijd bij die wand?!’ 

Hygge

Eerst moeten we lucht in onze tanks hebben en het vulstation is niet open. We bedenken dat de duikclub enkele honderden meters verderop misschien uitkomst biedt. Toevallig komen er net een aantal leden van de club aanrijden om te gaan duiken. We spreken ze aan en we kunnen vullen bij de club alleen pas na hun duik, een uur of twee later. Tijd genoeg dus om te gaan HYGGE! Dat is Deens voor gezellig samenzijn met hapjes, drank en BBQ. Als na het Hygge Marco, Nancy en Alfred de flessen gaan vullen bedenk ik een plan om te duiken, de Dahlia te vinden en genoeg fotografeertijd over te houden. En zo gepland, zo gedoken. Marco en ik zwemmen boven water naar de Loswal en dalen dan af om het moois te gaan bezichtigen. De eerste indrukken van de wand, die bestaat uit stalen damwandprofielen, zijn overweldigend. Waar je ook kijkt zitten zeeanjelieren in allerlei kleuren. Onderaan de wand op 10 meter diepte liggen zeedonderpadden en ook een mooie zeedahlia op ons te wachten.  We maken de nodige foto’s en genieten met volle teugen. Aan het einde van de wand zit op 6 meter diepte de grote buis die ook prachtig is begroeid. Als we in de buis kijken zien we inderdaad de zeedahlia staan. We zijn ondertussen alweer drie kwartier onderweg en zouden met een uur weer boven zijn dus vervolgen snel onze weg verder richting de 1ste en 2de aanlegsteiger.  Op de schuin oplopende zandbodem komen we nog wat heremietkreeften tegen en een grote puitaal. Ook staan er hier vele slibanemoontjes in het zand. Na een uur zit het er weer op en komen we beide met een grote glimlach boven water. 

Heremietkreeft
Heremietkreeft

Zeestekelbaarsjes

De volgende ochtend weer vroeg vullen en aan het begin van de middag nog een duik bij camping Galsklint. Marjolein duikt niet mee en gedrieën struinen we weer tussen het zeegras op zoek naar trompetterzeenaalden en zeestekelbaarsjes. Al direct als ik onderwater ga zie ik een zeestekelbaars die ook direct weer onzichtbaar is. Jammer, volgende zeestekelbaars beter want ik wil er toch wel graag een foto van maken. We zien een op sterven na dode haarkwal die qua kleur en details toch wel erg mooi is. Deze kunnen we niet zonder foto’s maken voorbijzwemmen. Dan ziet Nancy een zeestekelbaars in een bruine kleur die zich, boven en tussen de losse kelp- en wierbladeren, schuil probeert te houden. Dat lukt hem niet goed genoeg want het lukt ons om de nodige foto’s te maken zodat ook deze van mijn verlanglijstje kan. Even later spot ik zelf een groene versie van de zeestekelbaars. Ook deze probeert zich te verschuilen maar voordat hij voorgoed uit ons zicht verdwijnt hebben we de toch nodige foto’s geschoten. Dan is onvermijdelijk ook het einde van deze duik daar, en helaas ook de laatste duik bij Middelfart. 

Gastvrij

Maar de vakantie is nog niet voorbij, we zijn zaterdagochtend voor het ontbijt uitgenodigd bij Alfred, zijn vrouw en hun zoontje thuis in Gråsten. We genieten een uitstekend ontbijt en krijgen als toetje een kleine rondleiding van Alfred in het park van het Gråsten Slot. Dit is het zomerpaleis van de Deense koningin Margrethe II, waar Alfred slechts enkele honderden meters vandaan woont. Uitgegeten en uitgewandeld stappen we in de campers en rijden naar de laatste duikstek van de vakantie. Deze duikstek is gelegen in Kollund, dat ligt schuin tegenover Flensborg aan het Flensborg Fjord. Marco, Nancy en ik duiken onder in het zeegras waar we wat grote zeepissebedden op de bladeren zien zitten. Voorbij het zeegras en rond de vijf meter diepte ligt de bodem vol met mosselschelpen. Links en rechts zien we veel zeesterren in diverse mooie kleuren en Nancy vindt de eerste trompetterzeenaald, een bruine. Al snel gevolgd door enkele botervisjes, groene wierslakken en nog meer trompetterzeenaalden groen en bruin. We fotograferen er weer lustig op los en hebben het reuze naar de zin.

Geluk

Als we onze hoofden weer boven water steken beseffen we ons maar al te goed dat ons Deense duikavontuur er voor dit jaar op zit. We hebben enorm geboft, zowel met het prachtige zomerweer, als met de Corona maatregelen. Want op de terugreis naar Nederland verandert het Corona advies en mogen Nederlanders Denemarken niet meer in voor een plezierreisje. Wat een geluk en wat hebben we genoten van het duiken en onze duikvriend Alfred. En één ding is zeker, we gaan zeker nog eens terug naar Middelfart!

Op slakkenjacht met Peter van Bragt

Ruwe wratslak

Tijdens zijn vakantie gaat Ton op slakkenjacht met Peter van Bragt om de net ontdekte ruwe wratslak te vinden. Zal het hen lukken deze te vinden en op de gevoelige plaat vast te leggen?

Tijdens de eerste dagen van mijn vakantie kreeg ik van Marjolein de gelegenheid enkele dagen te gaan duiken. Ik weet natuurlijk ook wel dat het was om van het gezeur af te zijn, maar voor mij toch een mooi begin van de vakantie. De eerste duik maakte ik met Martin bij Zoetersbout op zondagochtend 21 juni. We gingen na de kentering te water en troffen helaas slecht zicht. Maar dat mocht de pret niet drukken. We begonnen rustig aan de afdaling want de oortjes van Martin sputterden wat tegen. Eerst een stukje op 3 meter en langzaamaan wat dieper tot zo’n 7,5 meter. Onderweg speurden we de bodem af naar mooie dingen. Behalve wat bruine plooislakken was het niet zoveel, maar op het keerpunt in de duik spotte Martin een mooie grote Satijnslak.

Satijnslak
Satijnslak | Jorunna tomentosa | ca. 5 cm

Op de terugweg kwamen we nog wat sepiarekken tegen, maar die waren zo erg begroeid dat een eventueel zeepaardje zijn staart er niet eens aan vast zou kunnen maken. Die hebben we dan ook niet gezien. Na een uurtje kwamen we weer netjes bij de trap bovenwater waar Marjolein heerlijk in het zonnetje zat te wachten. Onder het genot van een lekker bakkie koffie kletsen we nog wat na. Daarna vertrekt Martin richting huis en wij naar Zierikzee waar we hadden afgesproken met Zeenaaktslakkoloog Peter van Bragt. Voor enkelen van de vereniging bekend van de onderwaterbiologie- en zeenaaktslakkencursussen.

Midzomernachtduik

Tijdens de BBQ besloten Peter en ik dat de eerste duik maar een midzomernachtduik moest worden bij de Zeelandbrug. Het tij was goed, het weer ook alleen had de wind wat minder gekund. Als we rond half 10 bij de brug aankomen is het daar een drukte van jewelste. Niet dus. Geen enkele duiker te bekennen en we hebben het rijk voor ons alleen maar ja het was tenslotte ook vaderdag. Qua stroming ziet het er goed uit echter eenmaal onderwater blijkt het zicht echt waardeloos. Voor Peter geen probleem want volgens mij kent die elke steen ongeveer uit zijn hoofd. We duiken naar een meter of 13 en speuren de bodem af. Tijdens de duik die ongeveer een uur duurt vinden we geen enkele slak. Wél een tapijt van brokkelsterren en nog een mooie halfwas Sepia.

Nieuwe slakkensoort

Na de duik vullen we de tanks direct bij de automaat want morgenochtend gaan we er weer op uit. Afgelopen weken kwam er in het nieuws dat er weer een nieuwe slakkensoort in de Nederlandse wateren was gevonden de Doris ocelligera, voorlopig Nederlandse naam de Ruwe wratslak. Peter heeft er de afgelopen dagen natuurlijk druk naar gezocht en ook enkele exemplaren gevonden op diverse stekken. Onze missie voor de komende dagen was wat mij betreft dan ook: vindt de Ruwe wratslak!

Onze eerste serieuze poging begonnen wij bij duikstek Putti’s Place in Goes. De duik begint met een zandvlakte welke is overspoeld met slibanemonen in allerlei kleuren de een nog mooier dan de ander. Ook viltkokeranemonen staan parmantig tussen de slibanemonen in. Later bij het rif zien we ook veel Zeeanjelieren en de eerste Bruine plooislakeieren en ook de slakken zelf. Na 3 kwartier van alle moois te hebben genoten zag ik Peter bezig met het fotograferen van een klein takje hydropoliepen, een kaal gevreten Zeecypres.

Slibanemoon
Slibanemoon | Sagartia troglodytes
Viltkokeranemoon
Viltkokeranemoon | Cerianthus Lloydii
Slibanemoon
Slibanemoon | Sagartia troglodytes
Slibanemoon
Slibanemoon | Sagartia troglodytes

Even later wees Peter mij op datzelfde takje met iets daarin zodat ik ook mijn foto kon maken, maar waarvan? Het is zo klein. Later bleek dit een Roodgevlekte kroonslak te zijn. En neem maar van mij aan die was echt klein. De slak wordt met takje en al in een mooi potje gedaan en mag verder mee voor onderzoek. We vervolgen onze duik en dan zie ik Peter driftig met zijn lamp seinen, zou hij de Ruwe wratslak hebben gevonden? Helaas die niet maar wel een trio van Gestippelde mosdierslakjes, die zich tegoed doen aan de Spiraalmosdiertjes, ook geen straf want dat zijn toch een van de mooiste slakjes die we in Nederland hebben. Ook hier worden weer de diverse foto’s gemaakt.

Roodgevlekte kroonslak
Roodgevlekte kroonslak | Doto coronata | ca. 5 mm
Gestippelde mosdierslak
Gestippelde mosdierslak | Thecasera pennigera | ca. 30 mm | bij zijn favoriete voedsel Spiraalmosdiertje (Bugula plumosa)

Koffieboontje

We speuren verder en dan zie ik Peter druk met zijn lamp gebaren, wat heeft ie gevonden? Toch niet de Ruwe wratslak hè? Nee hoor het is totaal anders. Op het moment dat ik het bovenop de steen zie zitten, weet ik reeds wat het is een Ongevlekt koffieboontje. Ja dat is ook een slak maar dan een met een huisje. Het is een aan de Kauri’s verwante soort van ongeveer 1 a 1,5 cm welke zijn mantel over zijn schelp heentrekt.

Ongevlekt koffieboontje
Ongevlekt koffieboontje | Trivia arctica | ca. 13 mm

Slechts enkele meters verderop zie ik Peter alweer druk aan het fotograferen en al snel zie ik dat hij een grote oude oester heeft omgekeerd en daar op zie ik direct een Vlokslak zitten. Deze probeerde zich in eerste instantie natuurlijk verborgen te houden maar op gevoel had Peter de goede oester omgekeerd. Dit was dus de enige echte Verborgen vlokslak, Ja dat is echt zijn naam. Hij lijkt veel op een Kleine vlokslak maar toch net even anders en ik moet zeggen dat ik ook direct het idee had dat het deze soort was. E.e.a werd verduidelijkt door de aanwezige eisnoeren die duidelijk verschillen met die van de Kleine vlokslak Even later vind Peter nog een voor hem onbekende Mosdiersoort. Vlak daarbij vind ik een zelfde Mosdiertje en beiden mogen mee voor onderzoek.

Verborgen vlokslak
Verborgen vlokslak | Aeolidiella sanguinea | ca. 4 cm
Eisnoer verborgen vlokslak
Eisnoer verborgen vlokslak

Verborgen leven

Het laatste deel van de duik struinen we op 2 a 3 meter diepte nog wat in de rode wierzone want daar is de kans op de Ruwe wratslak het grootst. Helaas na ruim 100 minuten zit de duik er op en gaan we toch wel voldaan, de Verborgen vlokslak was nog niet eerder op deze stek aangetroffen en door mij al helemaal niet gezien, het water uit waar Marjolein op een stoel met haar boek weer op ons zat te wachten.

De Tetjes

We rijden door naar Kattendijke waar we bij vulstation de Kleine Stelle onze tanks weer vullen voor de volgende duik bij Kattendijke, de Tetjes. Eerst hebben we nog wat tijd om lekker te zitten en te genieten van het heerlijke weer maar dan blijkt dat Peter even een denkfoutje had gemaakt in omkleedtijd en tijd te water. Dus hup, hup snel omkleden en het water in want het tij wacht niet. We zwemmen rechtuit naar wat meer diepte en gaan rechtsaf met het tij mee en struinen heerlijk rond. Slakken komen we niet tegen maar wel weer veel Brokkelsterren en ondanks het slechte zicht vinden we een heel mooi veld met Zeeanjelieren.

Verder zoeken

Dan voelen we dat de kentering voorbij is en de stroming begint toe te nemen, en hoe. We blijven bodemcontact houden terwijl wij tegen het rif omhoog zwemmen met een krachtige stroming die als het ware naar beneden valt hetgeen Peter later ook uitlegde. Weer op 5 a 6 meter aangekomen is er weinig sterke stroming meer en beginnen we langzaamaan weer aan onze zoektocht naar de Ruwe wratslak. In de ondiepte vinden we weer allerlei moois waaronder ook veel paardenanemonen in rood tot groen en alles wat er tussenin zit, vele Alikruiken en een Keverslak. Na een uurtje zit ook deze duik er weer op en helaas weer zonder…

Paardenanemoon
Paardenanemoon | Actinia equina
Alikruik
Alikruik | Littorina littorea
Keverslak
Keverslak | Lepidochitona cinerea

De volgende dag breekt aan en ook de laatste duik voor nu even dan. De duikstek is de Vuilnisbelt bij Poortvliet. We zijn ruim op tijd en gaan ook ruim op tijd te water. Ondanks afgaand water zwemmen we rustig tegen de stroming in naar 12 meter diepte en struinen weer de bodem af. Ook hier weer stukken zandvlakte met slibanemonen in allerlei kleuren. Ondanks dat ik e.e.a had nagekeken blijkt de batterij van mijn camera leeg, shit… zal je altijd zien dat! Na een uurtje op diepte zijn we weer terug op 2 a 3 meter en struinen weer in de wierzone rond. Af en toe spot ik een baby Zeedonderpadje en als ik oude oesters omkeer zitten er bijna altijd Harige porseleinkrabbetjes onder, verder de gebruikelijk dingen.

Veeleisende fotograaf

We vinden wat Bruine plooislakjes met eiersnoeren en dan wordt ik weer door Peter gewenkt met de lamp. En… nee hoor weer niet, maar wel een heel mooi klein Harlekijnslakje laat zich zien. Ik spot nog een knalrood Veranderlijk steurgarnaaltje en zo speuren we verder en jawel hoor weer lichtseinen van Peter. Ik durf het bijna niet meer te hopen en dat was inderdaad ook niet nodig. Deze keer was het een heel mooi exemplaar van het Gestippelde mosdierslakje dat door Peter uitvoerig als een fotomodel op de plaat werd vastgelegd. En ik kan je vertellen het is geen gemakkelijke fotograaf, je moet wel zo op de foto zoals hij het in gedachten heeft.

Zul je altijd zien

We scharrelen rustig verder en dan zie ik een vissenkop tussen de stenen zitten en denk even na wat het is. Natuurlijk een Steenslijmvis, ook wel Blennius, maar wel een hele grote zodat ik richting Peter kijk of hij er misschien een foto van kan maken. Op het moment dat ik opkijk zie ik Peter weer met zijn lamp zwaaien maar niet zomaar, maar heel heftig. Jammer van die Blennius maar Peter moet echt wat laten zien.

De spanning is om te snijden als ik op Peter af zwem en dan vouwt hij zijn hand open en, tada… Jawel hoor hij heeft de Ruwe wratslak gevonden en een heel mooi exemplaar van ruim 3 centimeter. Nou de fotoshoot kan beginnen alleen niet voor mij want zoals ik al dacht… Shit, zal je altijd zien dat! Peter schiet zijn plaatjes en dan tikt hij mij aan en geeft me zijn camera in handen zodat ik ook zelf wat foto’s kan maken van deze nieuwe slakkensoort. Het resultaat is hieronder te zien. Missie geslaagd zou ik zo zeggen.

Ruwe wratslak
Ruwe wratslak | Doris ocelligera | ca. 3 cm

Enkele meters verder staan we bij de trap en eindigen onze laatste duik van 90 minuten met een smile van oor tot oor. En Marjolein? Die zit zoals gebruikelijk op haar stoel met een boek en ziet ons triomfantelijk aan komen lopen. Martin en Peter weer bedankt voor deze mooie duiken en graag tot de volgende.

Blauwtipje.nl

Wil je nog meer weten over alle mooie zeenaaktslakken die Nederland heeft, zet dan de Blauwtipje app op je mobiel. Daarin staan alle soorten en nog meer. De app kan je ook helpen met identificatie van de door jouw gevonden slakken. Ook op de website van Blauwtipje.nl is van alles te vinden.
Wil je meer weten over andere beestjes die je onderwater gezien hebt, kijk dan op Stichting Anemoon.
Ik zou zeggen: veel plezier tijdens het duiken en doe rustig aan zoals de zeenaaktslakken ook doen… Die zijn erg mooi dus wie weet wat ervan kan komen☺
Ton Klerks

Op de foto’s in deze blog rust copyright dus gebruik daarvan alleen in overleg met de auteur.

error: U kunt geen foto\'s downloaden