fbpx

Duiken in Nederland in wintertijd

Snotolf

Ton, de bioloog van de vereniging, neemt je mee op verschillende duiken in Nederland in winterijd. Het is koud, maar het onderwaterleven is ook in deze tijd prachtig. Je komt dieren tegen die je in andere seizoenen niet ziet. Laat je inspireren tot een frisse duik, en net als Rob, misschien zelfs in natpak!

In december en januari werden er meldingen gemaakt dat er weer nestjes van zeedonderpadden gezien waren bij Dreischor, het Frans Kokrif. Aangezien ik het jaar ervoor te laat was bedacht ik mij geen moment. Even bellen met Eduard, een kennis van de Olympus Pen-groep, leverde mij een buddy op die precies wist waar te zoeken. Ook maakte ik voor in de middag nog een afspraak met Rob voor een ondiep duikje bij Den Osse.

Zo stond ik op 4 januari bij Dreischor en maakte daar weliswaar in mijn droogpak, mijn eerste verfrissende duik van het jaar. Samen met Eduard zwom ik naar het schitterende mooie nest van de zeedonderpad met rode eitjes. Vervolgens keken we direct ook nog even bij 2 nestjes met geelgroene eitjes van de groene zeedonderpad. Een nestje daarvan was duidelijk al wat ouder want de jonge zeedonderpadjes keken mij al aan. Echt schitterend om te zien. En alsof we nog niet genoeg gezien hadden kwamen we ook nog een bonte mantel tegen (zeg maar een soort van Shell-schelp).

In natpak!

Na ruim een uur weer het water uit om wat op te warmen, de tank te vullen en naar Den Osse te rijden. Daar trof ik Rob aan en na even het duikplan te hebben besproken kleden we ons snel om. Wat een bikkel die Rob gewoon in zijn wetsuit. Bij navraag bij een Belgisch buddypaar werd duidelijk dat er op de eerste rifbol een knuppelslak te vinden was dus werd het duikplan iets aangepast. We gaan te water en al snel vinden we de eerste zeedahlia. Een roze en direct daarna de tweede, de bekende rode.

Vervolgens zetten we, met behoorlijk slecht zicht, koers richting de rifbollen. Als we op 10 meter zijn beland is het wel duidelijk dat we de rifbollen gemist hebben en zwemmen met een grote boog rechtsaf zodat we de rifbollen wel tegen moeten komen. Maar wat je niet voor mogelijk houdt gebeurd gewoon door het zeer slechte zicht missen we de rifbollen. Op 6 meter speur ik over de bodem het wier af en zie ineens 2 eisnoertjes. Ik besluit een foto vanaf de andere kant te maken en zie een witgezoomde knuppelslak zitten. Missie geslaagd. Na ruim 40 minuten verlaten we het water en warmen ons op in de camper voordat we voldaan naar huis terugrijden.

Zeedonderpad-papa’s bewaken het nest

Op 9 januari maak ik met enkele duikers weer een duikje bij Dreischor en zie dat de zeedonderpad-papa’s, allemaal goed voor de nesten zorgen.
Op 19 januari maak ik weer een afspraak met Eduard. We constateren dat het rode nest niet rood meer is maar bijna wit en dat de kleine zeedonderpadjes met hun kleine oogjes al de wijde wereld in kijken. Nog enkele dagen en ze zullen uitbreken en de wijde wereld intrekken, helaas worden er slechts enkele volwassen. Als ik mijn positie heb ingenomen om een foto te maken, wordt papa actief en maakt het nest voor de zoveelste keer schoon. En aangezien een zeedonderpad geen zwemblaas heeft, zet hij al zijn vinnen aan het werk om te zwemmen. Wat ik toen zag is echt schitterend, het paringskleed van de zeedonderpad.

Zeldzame bonte mantel

We zwemmen nog even langs inmiddels vier gevonden nestjes van de groene zeedonderpadden met daarin ook weer vele oogjes. Op de ene paal van het steiger zit een nestje en op de ander paal vind ik poliepen van de oorkwal. Deze had Eduard nog nooit gezien dus hij is ook weer wat wijzer geworden. In komende duiken zal ik de poliepen zeker weer opzoeken om de ontwikkeling ervan gade te slaan.

Ook bekijken we de bonte mantels en vinden er wel 4 deze keer. Deze zijn heel moeilijk geopend te fotograferen want beweging, stroming of licht zorgen voor een direct samenknijpen van de schelpen. In een ooghoek zie ik een bonte mantel openstaan die niet gevoelig blijkt voor dit alles en, sterker nog, hij gaat steeds verder openstaan. Aan de rand van de schelp zie ik een hele rij bolletjes die op oogjes lijken en in de ontstane opening zie ik zelfs de kieuwen zitten. Heel bijzonder weer. Jammer dat de temperatuur van het water slechts 5 graden is en je er koude handen aan over houdt. Dus na een uur maar weer naar de camper om op te warmen met koffie en koeken. Tijdens de koffie schuift een andere kennis, Bert, aan die veel duikt en veel tegenkomt dus even de banden aangehaald.

Sint- Annaland

25 januari spreek ik met Rob af om een duik te maken bij Sint Annaland. De reden is dat Bert er enkele dagen eerder een snotolf met nest had gezien en gefilmd. Van hem de exacte locatie gekregen dus dat moest lukken zou je zeggen. Het water was slechts 4 graden en Rob gaf aan bij 20 minuten richting kant te willen gaan. Nadat we te water zijn gegaan speuren we de begroeiing af maar doordat er toch nog wel wat stroming is dwalen we klaarblijkelijk wat af, want als we weer richting kant gaan hebben we nog niets gevonden behalve veel sponzen. We kijken even boven water waar we ons precies bevinden, zitten iets teveel westelijk van de aangewezen plek. We zwemmen even terug en spreken af nog een keer heen en weer te zwemmen.

Enorme snotolf

We gaan nog een keer op ons doel af en houden sterk het kompas in de gaten. Op het moment dat we goed en wel zijn omgekeerd om weer naar de kant terug te zwemmen ligt daar een enorme snotolf voor ons tussen de begroeiing. High five. Ik maak de nodige plaatjes en filmpjes maar niet te veel want het is slechts 4 graden en ik wil Rob niet als een bevroren duiker de duik over dragen. Wij hebben geen eitjes gevonden.

Nu blijkt dat een andere duikster ook foto’s had gemaakt van een snotolf die zij had gezien. Zij toonde een foto gelijk aan die van Peter waarop de snotolf met nest staat, maar een duidelijk andere snotolf dan degene die wij hebben gezien. Dus zeg maar nee, want er zitten er klaarblijkelijk twee. Misschien nog wel meer want de winter is het seizoen om deze schitterende vissen te spotten terwijl ze hun nesten bewaken. Nadat bikkel Rob weer op temperatuur is gebracht met warme koffie rijden we weer voldaan naar huis. Wederom terugkijkend op een schitterende winterduik en vooruitkijkend op de volgende. Wanneer gaan we weer??

Middelfart Denemarken

Middelfart Denemarken

Een verslag van een duikvakantie in Denemarken door Ton Klerks

Duiken in Denemarken, en meer specifiek Middelfart aan de Kleine Belt, is dat wat? Jazeker, verrassend kleurrijk onderwaterleven en helder (wel fris) water maken het een mooie bestemming voor een duikweekje, zeker in coronatijd. Geen vliegtuig nodig, over de weg kun je er in 8 uur zijn. Ton schreef een reisverslag van een weekje boven- en vooral onderwater rondom Middelfart.

Met de camper toeren we in juli 2017 in Zweden en Denemarken en als fervent duiker wil ik dan natuurlijk ook een duikje maken. Er is een duikcentrum in Kölding, en na een telefoontje heb ik een afspraak om met Alfred te duiken in de Lillebelt bij Middelfart. Hier word ik zo vrolijk van dat ik aan Alfred beloof om terug te komen, mét leden van de duikvereniging.

Door diverse omstandigheden duurt het echter tot september van dit jaar eer dit lukt. En bijna had het Coronavirus ook dit nog verhinderd. Maar gelukkig we mogen! En op 12 september 2020 rijden wij, Ton en Marjolein, met Marco en Nancy in twee campers naar Middelfart. Middelfart ligt aan de Lillebælt die stroomt tussen Jutland en het eiland Funen. 

Søbadet met Alfred

Direct de volgende dag ontmoeten we Alfred om met ons in de Lillebælt te duiken. In de Lillebælt moet je heel erg rekening houden met de stroming, deze schommelt tussen geen stroming en hele heftige stroming waarin je echt niet wilt duiken. Alfred legt ons tijdens de koffie de website uit waarop we heel nauwkeurig de stromingen kunnen zien, zodat we veilig kunnen duiken. Als de stroming bijna weg is gaan we op voor de eerste duik bij Søbadet, een duikstek vlak bij de oude Lillebæltbrug. Je gaat via een strandje te water en volgt de ketting die vanaf de steiger de diepte in gaat tot wel 30 meter. Op drie meter is er een wandje recht naar beneden tot ongeveer 10 meter. We volgen de wand naar rechts. De wand lijkt te zijn begroeid met wier maar als je beter kijkt zie je dat het mosdiertjes zijn. Hier tussenin staan zeeanjelieren en kruipen diverse wulken rond. En dan zien we twee franjekopvissen een soort die op mijn verlanglijstje staat om eens mooi op de foto te zetten. Om ons heen zwemmen lipvissen en op de bodem staan vele gele broodsponsen en elk vrij plekje is bedekt met hele kleine mosseltjes. Her en der staan grote kelpbladeren waarop ook kolonies met mosdiertjes zitten in diverse vormen, in een ronde vorm of lijkend op een sneeuwkristal. 

Lyngsodde: ingestort

Vullen van de duiktanks is hier niet zo eenvoudig als in Nederland. Fijn dat Alfred weet te regelen dat we bij ‘dykkerclub Aktiv’ vlak bij de nieuwe Lillebæltbrug kunnen vullen. Na zowel de flessen als onze maagjes te hebben gevuld gaan we op voor de tweede duik. Dit keer bij duikstek Lyngsodde bij de voormalige Ammoniakhaven. Hier is eigenlijk nooit stroming dus kunnen we ongehinderd duiken. Ook hier is een ketting aangebracht die we volgen tot een meter of 10 en dan gaan we linksaf waar een mooie begroeide wand moet zijn. Marco en ik komen niet tot aan de wand want wij zijn alweer lekker met onze fotocamera’s bezig. Marjolein en Nancy onder begeleiding van Alfred komen wel bij de wand die echter is ingestort! Ondanks dat zien we weer allerlei moois waaronder vele zeedonderpadden, heremietkreeften en zelfs twee gewone zeekreeften. Eenmaal boven drinken we nog wat en spreken met Alfred af dat hij donderdag weer naar ons toe komt om te duiken. Maandag houden we een rustdag en vullen onze tanks op de Hindsgavl camping. Dit is het enige vulstation in de directe omgeving en helaas alleen open van 8-9 uur en 16-18 uur. We luieren, fietsen, kijken hertjes en bezoeken het dorpje. 

Søbadet zonder Alfred maar met nudy!

Dinsdagochtend is de stroming weer bijna weg als we alle vier nogmaals een duikje maken bij Søbadet. We speuren weer langs de prachtig begroeide wand en genieten van wat we zien. Op driekwart van de duik zie ik een Franjekop en niet zomaar één maar een fraai volwassen exemplaar. Nou daar gaan we weer, camera’s in de aanslag en schieten maar. Als Nancy en Marjolein terugkomen van hun rondje kunnen ze hem ook nog even aanschouwen. Tegen het einde van de duik zwemt Marco ver vooruit want zijn lucht is bijna op, en ik er rustig achteraan. Bij de steigerpaal zie ik een oranjeroze vlekje, ‘dat is geen zeeanjelier’ denk ik direct ‘dat moet een naaktslak zijn’. Er schiet van alles door mijn hoofd want ik heb nog niet eerder een naaktslak gezien in Denemarken. Ik maak snel een foto maar wil er veel meer maken want er moet natuurlijk ook een hele mooie bij zitten. Daarna sta ik op, zie Marco al bijna op de kant staan en roep “Nudibranche” en laat mij weer onderwater zakken. Ik kijk direct naar waar ik de naaktslak heb gezien maar daar zit hij niet meer! Teleurgesteld zie ik de naaktslak nog net in de licht opkomende stroming wegdrijven. Ik graai de naaktslak uit de stroming en zet hem netjes in enkele wierplantjes zodat hij model kan zijn voor onze fotoshoot. Vele foto’s verder nemen we afscheid van deze ‘Brede ringsprietslak’ zoals ik hem later determineer. Eén met veel felle kleuren, feller dan die ik in Nederland heb gezien. Door de beperkte vulmogelijkheden zit een tweede duik er vandaag niet in. Ook Corona gooit roet in het eten, een gepland bezoek aan Odense kan niet doorgaan omdat Kopenhagen en Odense tot code-oranje gebied zijn verklaard. We blijven dus maar in onze eigen vakantie bubble.

Camping Galsklint: speuren door het zeegras

Op woensdag steken alleen Nancy en ik ons hoofd onder water bij camping Galsklint. We zijn blij verrast, niet alleen is het zicht erg goed maar we belanden direct in een zeegrasveld. Ik denk gelijk aan ‘adderzeenaalden’ en vooral aan ‘zeestekelbaarsjes’ (ook wel 15 doornige stekelbaars genoemd) die zich in zeegras schuilhouden. En enkele minuten later is het al raak en wijst Nancy mij de eerste zeestekelbaars aan. Je moet wel heel goed kijken want met zijn groene kleur (bruin kan ook) is hij nauwelijks te onderscheiden van het zeegras. We zien er vrij snel enkele achter elkaar. Helaas, voordat ik mijn camera in stelling kan brengen zijn we ze net zo snel weer kwijt als we ze gevonden hebben. We struinen de randen van het zeegras af en pluizen ook de stukken met kale zandbodem minuscuul uit, je weet immers nooit wat je tegenkomt.

Onderwaterzandstorm

Dan komt er ineens iets op ons af wat doet denken aan een zandstorm. Een rand van kelpbladeren en wierrestanten komt op ons afgerold meegevoerd door de stroming. We zwemmen er overheen en zien wederom een zeestekelbaars die ook zo weer uit ons zicht verdwijnt. We struinen verder en zien iets bewegen en dat blijkt een groenkleurige zeenaald. In eerste instantie denk ik aan een adderzeenaald, maar de kleurstelling klop niet. Aha een trompetterzeenaald! Ik neem diverse foto’s van dit mooie dier en als hij bij het zeegras aankomt en ik een keer met mijn ogen knipper ben ik hem ineens kwijt. Hij lijkt ook zo verdraaid veel op een zeegrasblad dat dat niet verwonderlijk is. We kammen met onze handen zelfs het zeegras uit maar vinden hem niet meer terug. Wel vinden we een mooie heremietkreeft en wat nog mooier is, een harnasmannetje! Zo die kan ook van mijn verlanglijstje. We volgen dit prehistorisch uitziende visje (heeft wat weg van een mini-steur) over de zandvlakte naast het zeegras en maken vele foto’s. Aan het eind van de duik spotten we nog een mooie schol. Een mooie afsluiting van deze duik die niet dieper ging dan slechts drie meter. ’s-Middags varen we in een gehuurd motorbootje over de Lillebælt. En wordt Marco alsnog nat van het opspattende boegwater.

Lyngsodde op herhaling

Het is inmiddels alweer donderdag en met Alfred gaan we opnieuw duiken bij de voormalige Ammoniakhaven. Wederom Lyngsodde, maar deze keer naar rechts waar het geheel anders is dan de ingestorte linkerkant. Nancy en Marjolein gaan voorop met Alfred, gevolgd door Marco en ik. Nou ja, gevolgd is een groot woord, want als Marco, beginnend onderwaterfotograaf, zijn hoofd onderwater steekt en begint te fotograferen is hij niet meer te stoppen en niet meer vooruit te branden. Ik herken iets van mijzelf😊 toen ik begon met onderwaterfotografie in 2012. Na de duik vertellen de dames over de mooi begroeide wand van de oude loswal en over een grote pijp met daarin een zeedahlia. Dat wekt onze fotografen interesse maar ‘hoe krijg ik Marco zover en binnen de duiktijd bij die wand?!’ 

Hygge

Eerst moeten we lucht in onze tanks hebben en het vulstation is niet open. We bedenken dat de duikclub enkele honderden meters verderop misschien uitkomst biedt. Toevallig komen er net een aantal leden van de club aanrijden om te gaan duiken. We spreken ze aan en we kunnen vullen bij de club alleen pas na hun duik, een uur of twee later. Tijd genoeg dus om te gaan HYGGE! Dat is Deens voor gezellig samenzijn met hapjes, drank en BBQ. Als na het Hygge Marco, Nancy en Alfred de flessen gaan vullen bedenk ik een plan om te duiken, de Dahlia te vinden en genoeg fotografeertijd over te houden. En zo gepland, zo gedoken. Marco en ik zwemmen boven water naar de Loswal en dalen dan af om het moois te gaan bezichtigen. De eerste indrukken van de wand, die bestaat uit stalen damwandprofielen, zijn overweldigend. Waar je ook kijkt zitten zeeanjelieren in allerlei kleuren. Onderaan de wand op 10 meter diepte liggen zeedonderpadden en ook een mooie zeedahlia op ons te wachten.  We maken de nodige foto’s en genieten met volle teugen. Aan het einde van de wand zit op 6 meter diepte de grote buis die ook prachtig is begroeid. Als we in de buis kijken zien we inderdaad de zeedahlia staan. We zijn ondertussen alweer drie kwartier onderweg en zouden met een uur weer boven zijn dus vervolgen snel onze weg verder richting de 1ste en 2de aanlegsteiger.  Op de schuin oplopende zandbodem komen we nog wat heremietkreeften tegen en een grote puitaal. Ook staan er hier vele slibanemoontjes in het zand. Na een uur zit het er weer op en komen we beide met een grote glimlach boven water. 

Heremietkreeft
Heremietkreeft

Zeestekelbaarsjes

De volgende ochtend weer vroeg vullen en aan het begin van de middag nog een duik bij camping Galsklint. Marjolein duikt niet mee en gedrieën struinen we weer tussen het zeegras op zoek naar trompetterzeenaalden en zeestekelbaarsjes. Al direct als ik onderwater ga zie ik een zeestekelbaars die ook direct weer onzichtbaar is. Jammer, volgende zeestekelbaars beter want ik wil er toch wel graag een foto van maken. We zien een op sterven na dode haarkwal die qua kleur en details toch wel erg mooi is. Deze kunnen we niet zonder foto’s maken voorbijzwemmen. Dan ziet Nancy een zeestekelbaars in een bruine kleur die zich, boven en tussen de losse kelp- en wierbladeren, schuil probeert te houden. Dat lukt hem niet goed genoeg want het lukt ons om de nodige foto’s te maken zodat ook deze van mijn verlanglijstje kan. Even later spot ik zelf een groene versie van de zeestekelbaars. Ook deze probeert zich te verschuilen maar voordat hij voorgoed uit ons zicht verdwijnt hebben we de toch nodige foto’s geschoten. Dan is onvermijdelijk ook het einde van deze duik daar, en helaas ook de laatste duik bij Middelfart. 

Gastvrij

Maar de vakantie is nog niet voorbij, we zijn zaterdagochtend voor het ontbijt uitgenodigd bij Alfred, zijn vrouw en hun zoontje thuis in Gråsten. We genieten een uitstekend ontbijt en krijgen als toetje een kleine rondleiding van Alfred in het park van het Gråsten Slot. Dit is het zomerpaleis van de Deense koningin Margrethe II, waar Alfred slechts enkele honderden meters vandaan woont. Uitgegeten en uitgewandeld stappen we in de campers en rijden naar de laatste duikstek van de vakantie. Deze duikstek is gelegen in Kollund, dat ligt schuin tegenover Flensborg aan het Flensborg Fjord. Marco, Nancy en ik duiken onder in het zeegras waar we wat grote zeepissebedden op de bladeren zien zitten. Voorbij het zeegras en rond de vijf meter diepte ligt de bodem vol met mosselschelpen. Links en rechts zien we veel zeesterren in diverse mooie kleuren en Nancy vindt de eerste trompetterzeenaald, een bruine. Al snel gevolgd door enkele botervisjes, groene wierslakken en nog meer trompetterzeenaalden groen en bruin. We fotograferen er weer lustig op los en hebben het reuze naar de zin.

Geluk

Als we onze hoofden weer boven water steken beseffen we ons maar al te goed dat ons Deense duikavontuur er voor dit jaar op zit. We hebben enorm geboft, zowel met het prachtige zomerweer, als met de Corona maatregelen. Want op de terugreis naar Nederland verandert het Corona advies en mogen Nederlanders Denemarken niet meer in voor een plezierreisje. Wat een geluk en wat hebben we genoten van het duiken en onze duikvriend Alfred. En één ding is zeker, we gaan zeker nog eens terug naar Middelfart!

Op slakkenjacht met Peter van Bragt

Ruwe wratslak

Tijdens zijn vakantie gaat Ton op slakkenjacht met Peter van Bragt om de net ontdekte ruwe wratslak te vinden. Zal het hen lukken deze te vinden en op de gevoelige plaat vast te leggen?

Tijdens de eerste dagen van mijn vakantie kreeg ik van Marjolein de gelegenheid enkele dagen te gaan duiken. Ik weet natuurlijk ook wel dat het was om van het gezeur af te zijn, maar voor mij toch een mooi begin van de vakantie. De eerste duik maakte ik met Martin bij Zoetersbout op zondagochtend 21 juni. We gingen na de kentering te water en troffen helaas slecht zicht. Maar dat mocht de pret niet drukken. We begonnen rustig aan de afdaling want de oortjes van Martin sputterden wat tegen. Eerst een stukje op 3 meter en langzaamaan wat dieper tot zo’n 7,5 meter. Onderweg speurden we de bodem af naar mooie dingen. Behalve wat bruine plooislakken was het niet zoveel, maar op het keerpunt in de duik spotte Martin een mooie grote Satijnslak.

Satijnslak
Satijnslak | Jorunna tomentosa | ca. 5 cm

Op de terugweg kwamen we nog wat sepiarekken tegen, maar die waren zo erg begroeid dat een eventueel zeepaardje zijn staart er niet eens aan vast zou kunnen maken. Die hebben we dan ook niet gezien. Na een uurtje kwamen we weer netjes bij de trap bovenwater waar Marjolein heerlijk in het zonnetje zat te wachten. Onder het genot van een lekker bakkie koffie kletsen we nog wat na. Daarna vertrekt Martin richting huis en wij naar Zierikzee waar we hadden afgesproken met Zeenaaktslakkoloog Peter van Bragt. Voor enkelen van de vereniging bekend van de onderwaterbiologie- en zeenaaktslakkencursussen.

Midzomernachtduik

Tijdens de BBQ besloten Peter en ik dat de eerste duik maar een midzomernachtduik moest worden bij de Zeelandbrug. Het tij was goed, het weer ook alleen had de wind wat minder gekund. Als we rond half 10 bij de brug aankomen is het daar een drukte van jewelste. Niet dus. Geen enkele duiker te bekennen en we hebben het rijk voor ons alleen maar ja het was tenslotte ook vaderdag. Qua stroming ziet het er goed uit echter eenmaal onderwater blijkt het zicht echt waardeloos. Voor Peter geen probleem want volgens mij kent die elke steen ongeveer uit zijn hoofd. We duiken naar een meter of 13 en speuren de bodem af. Tijdens de duik die ongeveer een uur duurt vinden we geen enkele slak. Wél een tapijt van brokkelsterren en nog een mooie halfwas Sepia.

Nieuwe slakkensoort

Na de duik vullen we de tanks direct bij de automaat want morgenochtend gaan we er weer op uit. Afgelopen weken kwam er in het nieuws dat er weer een nieuwe slakkensoort in de Nederlandse wateren was gevonden de Doris ocelligera, voorlopig Nederlandse naam de Ruwe wratslak. Peter heeft er de afgelopen dagen natuurlijk druk naar gezocht en ook enkele exemplaren gevonden op diverse stekken. Onze missie voor de komende dagen was wat mij betreft dan ook: vindt de Ruwe wratslak!

Onze eerste serieuze poging begonnen wij bij duikstek Putti’s Place in Goes. De duik begint met een zandvlakte welke is overspoeld met slibanemonen in allerlei kleuren de een nog mooier dan de ander. Ook viltkokeranemonen staan parmantig tussen de slibanemonen in. Later bij het rif zien we ook veel Zeeanjelieren en de eerste Bruine plooislakeieren en ook de slakken zelf. Na 3 kwartier van alle moois te hebben genoten zag ik Peter bezig met het fotograferen van een klein takje hydropoliepen, een kaal gevreten Zeecypres.

Slibanemoon
Slibanemoon | Sagartia troglodytes
Viltkokeranemoon
Viltkokeranemoon | Cerianthus Lloydii
Slibanemoon
Slibanemoon | Sagartia troglodytes
Slibanemoon
Slibanemoon | Sagartia troglodytes

Even later wees Peter mij op datzelfde takje met iets daarin zodat ik ook mijn foto kon maken, maar waarvan? Het is zo klein. Later bleek dit een Roodgevlekte kroonslak te zijn. En neem maar van mij aan die was echt klein. De slak wordt met takje en al in een mooi potje gedaan en mag verder mee voor onderzoek. We vervolgen onze duik en dan zie ik Peter driftig met zijn lamp seinen, zou hij de Ruwe wratslak hebben gevonden? Helaas die niet maar wel een trio van Gestippelde mosdierslakjes, die zich tegoed doen aan de Spiraalmosdiertjes, ook geen straf want dat zijn toch een van de mooiste slakjes die we in Nederland hebben. Ook hier worden weer de diverse foto’s gemaakt.

Roodgevlekte kroonslak
Roodgevlekte kroonslak | Doto coronata | ca. 5 mm
Gestippelde mosdierslak
Gestippelde mosdierslak | Thecasera pennigera | ca. 30 mm | bij zijn favoriete voedsel Spiraalmosdiertje (Bugula plumosa)

Koffieboontje

We speuren verder en dan zie ik Peter druk met zijn lamp gebaren, wat heeft ie gevonden? Toch niet de Ruwe wratslak hè? Nee hoor het is totaal anders. Op het moment dat ik het bovenop de steen zie zitten, weet ik reeds wat het is een Ongevlekt koffieboontje. Ja dat is ook een slak maar dan een met een huisje. Het is een aan de Kauri’s verwante soort van ongeveer 1 a 1,5 cm welke zijn mantel over zijn schelp heentrekt.

Ongevlekt koffieboontje
Ongevlekt koffieboontje | Trivia arctica | ca. 13 mm

Slechts enkele meters verderop zie ik Peter alweer druk aan het fotograferen en al snel zie ik dat hij een grote oude oester heeft omgekeerd en daar op zie ik direct een Vlokslak zitten. Deze probeerde zich in eerste instantie natuurlijk verborgen te houden maar op gevoel had Peter de goede oester omgekeerd. Dit was dus de enige echte Verborgen vlokslak, Ja dat is echt zijn naam. Hij lijkt veel op een Kleine vlokslak maar toch net even anders en ik moet zeggen dat ik ook direct het idee had dat het deze soort was. E.e.a werd verduidelijkt door de aanwezige eisnoeren die duidelijk verschillen met die van de Kleine vlokslak Even later vind Peter nog een voor hem onbekende Mosdiersoort. Vlak daarbij vind ik een zelfde Mosdiertje en beiden mogen mee voor onderzoek.

Verborgen vlokslak
Verborgen vlokslak | Aeolidiella sanguinea | ca. 4 cm
Eisnoer verborgen vlokslak
Eisnoer verborgen vlokslak

Verborgen leven

Het laatste deel van de duik struinen we op 2 a 3 meter diepte nog wat in de rode wierzone want daar is de kans op de Ruwe wratslak het grootst. Helaas na ruim 100 minuten zit de duik er op en gaan we toch wel voldaan, de Verborgen vlokslak was nog niet eerder op deze stek aangetroffen en door mij al helemaal niet gezien, het water uit waar Marjolein op een stoel met haar boek weer op ons zat te wachten.

De Tetjes

We rijden door naar Kattendijke waar we bij vulstation de Kleine Stelle onze tanks weer vullen voor de volgende duik bij Kattendijke, de Tetjes. Eerst hebben we nog wat tijd om lekker te zitten en te genieten van het heerlijke weer maar dan blijkt dat Peter even een denkfoutje had gemaakt in omkleedtijd en tijd te water. Dus hup, hup snel omkleden en het water in want het tij wacht niet. We zwemmen rechtuit naar wat meer diepte en gaan rechtsaf met het tij mee en struinen heerlijk rond. Slakken komen we niet tegen maar wel weer veel Brokkelsterren en ondanks het slechte zicht vinden we een heel mooi veld met Zeeanjelieren.

Verder zoeken

Dan voelen we dat de kentering voorbij is en de stroming begint toe te nemen, en hoe. We blijven bodemcontact houden terwijl wij tegen het rif omhoog zwemmen met een krachtige stroming die als het ware naar beneden valt hetgeen Peter later ook uitlegde. Weer op 5 a 6 meter aangekomen is er weinig sterke stroming meer en beginnen we langzaamaan weer aan onze zoektocht naar de Ruwe wratslak. In de ondiepte vinden we weer allerlei moois waaronder ook veel paardenanemonen in rood tot groen en alles wat er tussenin zit, vele Alikruiken en een Keverslak. Na een uurtje zit ook deze duik er weer op en helaas weer zonder…

Paardenanemoon
Paardenanemoon | Actinia equina
Alikruik
Alikruik | Littorina littorea
Keverslak
Keverslak | Lepidochitona cinerea

De volgende dag breekt aan en ook de laatste duik voor nu even dan. De duikstek is de Vuilnisbelt bij Poortvliet. We zijn ruim op tijd en gaan ook ruim op tijd te water. Ondanks afgaand water zwemmen we rustig tegen de stroming in naar 12 meter diepte en struinen weer de bodem af. Ook hier weer stukken zandvlakte met slibanemonen in allerlei kleuren. Ondanks dat ik e.e.a had nagekeken blijkt de batterij van mijn camera leeg, shit… zal je altijd zien dat! Na een uurtje op diepte zijn we weer terug op 2 a 3 meter en struinen weer in de wierzone rond. Af en toe spot ik een baby Zeedonderpadje en als ik oude oesters omkeer zitten er bijna altijd Harige porseleinkrabbetjes onder, verder de gebruikelijk dingen.

Veeleisende fotograaf

We vinden wat Bruine plooislakjes met eiersnoeren en dan wordt ik weer door Peter gewenkt met de lamp. En… nee hoor weer niet, maar wel een heel mooi klein Harlekijnslakje laat zich zien. Ik spot nog een knalrood Veranderlijk steurgarnaaltje en zo speuren we verder en jawel hoor weer lichtseinen van Peter. Ik durf het bijna niet meer te hopen en dat was inderdaad ook niet nodig. Deze keer was het een heel mooi exemplaar van het Gestippelde mosdierslakje dat door Peter uitvoerig als een fotomodel op de plaat werd vastgelegd. En ik kan je vertellen het is geen gemakkelijke fotograaf, je moet wel zo op de foto zoals hij het in gedachten heeft.

Zul je altijd zien

We scharrelen rustig verder en dan zie ik een vissenkop tussen de stenen zitten en denk even na wat het is. Natuurlijk een Steenslijmvis, ook wel Blennius, maar wel een hele grote zodat ik richting Peter kijk of hij er misschien een foto van kan maken. Op het moment dat ik opkijk zie ik Peter weer met zijn lamp zwaaien maar niet zomaar, maar heel heftig. Jammer van die Blennius maar Peter moet echt wat laten zien.

De spanning is om te snijden als ik op Peter af zwem en dan vouwt hij zijn hand open en, tada… Jawel hoor hij heeft de Ruwe wratslak gevonden en een heel mooi exemplaar van ruim 3 centimeter. Nou de fotoshoot kan beginnen alleen niet voor mij want zoals ik al dacht… Shit, zal je altijd zien dat! Peter schiet zijn plaatjes en dan tikt hij mij aan en geeft me zijn camera in handen zodat ik ook zelf wat foto’s kan maken van deze nieuwe slakkensoort. Het resultaat is hieronder te zien. Missie geslaagd zou ik zo zeggen.

Ruwe wratslak
Ruwe wratslak | Doris ocelligera | ca. 3 cm

Enkele meters verder staan we bij de trap en eindigen onze laatste duik van 90 minuten met een smile van oor tot oor. En Marjolein? Die zit zoals gebruikelijk op haar stoel met een boek en ziet ons triomfantelijk aan komen lopen. Martin en Peter weer bedankt voor deze mooie duiken en graag tot de volgende.

Blauwtipje.nl

Wil je nog meer weten over alle mooie zeenaaktslakken die Nederland heeft, zet dan de Blauwtipje app op je mobiel. Daarin staan alle soorten en nog meer. De app kan je ook helpen met identificatie van de door jouw gevonden slakken. Ook op de website van Blauwtipje.nl is van alles te vinden.
Wil je meer weten over andere beestjes die je onderwater gezien hebt, kijk dan op Stichting Anemoon.
Ik zou zeggen: veel plezier tijdens het duiken en doe rustig aan zoals de zeenaaktslakken ook doen… Die zijn erg mooi dus wie weet wat ervan kan komen☺
Ton Klerks

Op de foto’s in deze blog rust copyright dus gebruik daarvan alleen in overleg met de auteur.

Als de nood hoog is…..

Leon in de vijver

Als de nood zo hoog is dat je het echt niet meer op kunt houden dan.. Met die gedachte werd ik vanmorgen wakker en nu zal eenieder denken, dan ga je uit bed en ga je gewoon naar het toilet toe. Maar nee hoor, niet in mijn geval. Dat wat ik echt niet langer kon ophouden, was de drang om een duik te maken, maar hoe doe je dat in coronatijd? Eenieder heeft daar zo zijn mening over klaar. Onder water kun je elkaar niet besmetten. Duik solo dan kun je zeker niemand besmetten. Wees solidair met de Belgen die al helemaal niet mogen duiken. Als je dan toch zo nodig wil duiken, denk er dan ook eens over na dat als er iets gebeurt ze het in de ziekenhuizen het al druk genoeg hebben. Andere duikers gaan ook niet duiken dus waarom zou ik dan wel gaan. De aandrang was wel erg groot, dus er moest wat gebeuren. Maar dan wordt het wel erg moeilijk, want eigenlijk zijn er 2 hele kleine woorden die alles duidelijk maken: BLIJF THUIS!! Maar dat is dan wel weer erg moeilijk, want dan kan ik zeker niet duiken, behalve dan terug in mijn bed stappen. STOP!!

Thuisduiken

Ik bedenk mij ineens: dat moet toch anders kunnen! Ik heb toch niet voor niets zo’n grote vijver in mijn tuin gegraven. Dat is thuis, ik duik solo, kans op decompressieverschijnselen vrijwel nul met een diepte van 1,5 meter, en ach waarom solidair met de Belgen en met andere duikers zijn? Ik dacht dit opent perspectieven. Ik ga mijn bed uit en ga direct naar de sportkamer. Mijn droogpak hangt er klaar voor. CHECK! Mijn stabjack hangt ernaast. CHECK! Mijn tank is gevuld. CHECK! Mijn automatenset heeft net een servicebeurt gehad bij DivePost om ook deze door de crisis heen te helpen, dus die is er klaar voor. CHECK! Computer, duikbril, lood, vinnen, handschoenen en cap. CHECK! Fotocamera in onderwaterhuis gestopt, compleet met flitsers en volle batterijen. CHECK! Niets houd mij meer tegen vandaag, ik ga duiken!!! Geen nood aan de man. Snel ontbijten en dan begint de voorbereiding.

Opbouwen

Ik bouw mijn hele set op en zet deze alvast klaar op de steiger. Jawel, er is een grote steiger met voldoende ruimte aanwezig. Vervolgens doe ik mijn overall en droogpak aan en loop naar de steiger, waar Marjolein al klaar staat om deze historische duik vast te leggen. Set omhangen, computer, vinnen, duikbril, handschoenen, cap enz. aantrekken en dan ben ik er klaar voor mijn eerste soloduik. Eerst een buddycheck in mijn eentje. Kraan staat open. CHECK! Mijn uitrusting is compleet. CHECK! 210 bar in de tank CHECK! Duikplanning: max. 60 minuten en een maximale diepte van 1,5 meter, al zal ik daarvoor een kuiltje moeten graven. CHECK! Octopus, eigen automaat en stabjack werken naar behoren. CHECK. Camera ligt klaar op de steiger om na het te water gaan het toestel te pakken CHECK! Nog even kijken of er niemand voor mij in het water ligt CHECK!

Te water

En dan ga ik met een schredesprong te water. Nou laat ik dat toch maar niet doen, want met slechts 1,4 meter diepte gaat dat zeer doen. Dan maar een soort van rol achterover alsof je van een RIB af te water gaat. Plons en ik lig in het water. Eerst maar wat foto’s aan het oppervlak maken om vervolgens in de diepte af te dalen. Eenmaal onder water is het fotograferen niet echt een optie, omdat het zicht niet verder reikt dan 25 cm. Na de geplande duik te hebben gemaakt, doe ik mijn opstijging met natuurlijk niet meer dan 9 meter per minuut en een safetystop van 3 minuten op 50 cm, omdat 5 meter geen optie was. Na de maximale duiktijd van 60 minuten, sorry seconden, kom ik weer bovenwater en aan het oppervlak zwem ik naar de steiger terug, doe mijn set af, welke ik met behulp van Marjolein weer op de steiger zet. Vervolgens klim ik zelf op de steiger, waar mij een heerlijke verrassing wacht. Marjolein staat al klaar met de buitendouche die ik gewend ben na het duiken. Na deze heerlijke douchebeurt spuit ik alle duikmaterialen schoon. Gelukkig is mijn nood gelenigd en met een voldaan gevoel, stap ik van de steiger af en loop richting huis en direct naar het toilet, want ik was bijna vergeten dat ik hoge nood had!

error: U kunt geen foto\'s downloaden